Begin mei zag ik op de Nederlandse zender BNN-VARA het Vlaamse programma ‘Mag ik u kussen?‘ met quizmaster Bart Peeters. Als liefhebber van meer toenadering tussen Vlaanderen en Nederland was ik uitermate verheugd dat een Vlaams programma te zien was bij de Noorderburen.

Standaardtaal weer bestu bleven?

Toch werd mijn vreugde getemperd door het feit dat er ondertiteling werd voorzien. Met de vaststelling dat onze Bekende Vlamingen blijkbaar een taal hanteren die niet begrepen wordt door 16 miljoen Nederlanders en om dus ondertiteling vraagt, bekroop mij het ‘Gerrit Callewaert‘-effect.

Nederlandse auteurs zijn echter allesbehalve vreemd aan de Vlaamse lezer en talloze landgenoten hossen mee en brullen luidkeels mee met Nederlandse artiesten op het Schlagerfestival. Ook Nederlandse rappers scoren goed in Vlaanderen, zelfs in een Noord-Nederlands soort van bargoens. Je kan je dus dan wel de vraag stellen waarom dan programma’s vanuit de openbare omroep er niet in slagen om verstaanbaar te zijn voor een kijker in Aalsmeer of Utrecht?

Er is een tijd geweest waarbij acteurs uit VRT-series er werkelijk alles aan deden om zo correct mogelijk Algemeen Nederlands te spreken. Het kwam soms minder authentiek en wat gekunsteld over. Maar bewijst mijn voorbeeld niet dat de slinger is doorgeslagen naar de andere kant? Waarom noemt men iemand een ‘taalnazi’, omdat hij consequent correct Nederlands gebruikt en promoot (dixit JanHautekiet op Radio 1)? Gaat dat niet wat ver?

Algemeen Nederlands alleen nog in het nieuws

Tegenwoordig spreken sommige geïnterviewde renners beter Nederlands dan de gastcommentator op Sporza. Die kan geen enkele helling correct kan uitspreken en gebruikt werkwoorden die je moeilijk tot de noemer van het Nederlands kan rekenen. Het siert de renners, maar de commentator des te minder. Sommigen argumenteren dan dat dit een vleugje exotisme is en dat kijkers dit leuk vinden. Toch komt dit echt gedemodeerd over in de 21steeeuw. Sportverslaggeving is nu eenmaal geen entertainment.

Op dit ogenblik krijg je enkel nog Standaardnederlands te horen op uitzendingen van de nieuwsdienst. In het domein ‘entertainment en fictie’ lijkt die taal zelfs niet meer te bestaan. Nochtans hoeft een fictiereeks in Standaardnederlands zeker geen flop te worden. De eerste seizoenen van de politieserie Flikken – in Standaardnederlands – waren zeer populair.

Nu zou ik ook schrikken mocht Frank Bomans uit de serie ‘Thuis‘ plotseling een ‘Hugo Claus‘-taal hanteren. Maar waarom is het correcte Nederlands alleen voorbehouden voor de journaals? Nochtans is de huidige beheersovereenkomst met de VRT vrij duidelijk: “De VRT hanteert de standaardtaal. Via helder, correct en toegankelijk Nederlands taalgebruik bepaalt de VRT mee de norm ervan. Tussentaal en dialect kunnen enkel per uitzondering en in het belang van een breder concept van een programma en/of andere mediadienst.”

Als we op dit tempo verdergaan in onze media zal Standaardnederlands voor Vlaamse jongeren nog enkel een bevreemdende en wereldvreemde taal zijn die je enkel nog gebruikt tijdens officiële gelegenheden. In een geglobaliseerde wereld is het loslaten van een gezamenlijke taal- en cultuurpolitiek evenwel nefast voor Vlaanderen.

Promoot de standaardtaal!

Ik pleit zeker niet voor volledige verbanning van de streek- en tussentaal op de VRT. Maar de slinger mag gerust wat terug door een sterkere promotie door de openbare omroep van de standaardtaal.

‘De taal is gansch het volk’ schreef Prudens Van Duyse, wiens standbeeld de Dendermondse Vlasmarkt siert. Ooit moesten Vlamingen maatschappelijk en politiek strijd leveren om zich in de eigen taal te mogen uitdrukken. Het zou getuigen van een enorme arrogantie en een totaal gebrek aan historisch besef en zelfrespect als we onze taal niet meer de moeite waard vinden en gewoonweg laten verkommeren.

Onderwerpen