Kent u het Afrikaner liedje ‘Die kat kom weer’? Het gaat over een boer die een kat wil wegjagen. Het beestje trippelt elke keer terug. Tot een Schot met ‘groot geraas’ (ongetwijfeld een doedelzak) het arme dier laat doodschrikken. Maar ‘moe nie huil nie’: de geest van het beest blijft vrolijk rondspoken bij de boer. Het doet denken aan de lange geschiedenis die ons N-VA-voorstel van decreet tot wijziging van het decreet sociaal-culturele volwassenenwerk kent.
Toen het eind november 2019 ter stemming voorlag, bleek het zo’n aanval tegen de ideologische en levensbeschouwelijke diversiteit van ons land dat men een bestoft parlementair instrument uit de kast haalde. De linkse oppositie verenigde zich rond de ‘ideologische alarmbelprocedure’, daterend van vóór een federaal België. De kat keerde hen echter z’n staart: hun Franstalige broeder- en zusterpartijen in Kamer en Senaat verklaarden zich onbevoegd.
Het decreet ligt dus opnieuw voor, ditmaal getekend door de regering. Tot grote ergernis van verschillende actoren. Doorn in het oog? De expliciete opname van een verbod op gesubsidieerde segregatie. Ik herhaal: de opname van een verbod op segregatie. Of zoals het decreet letterlijk stelt: ‘Organisaties die segregerend werken door louter terug te plooien op etnisch-culturele afkomst komen niet in aanmerking voor subsidie’.