Kent u het Afrikaner liedje ‘Die kat kom weer’? Het gaat over een boer die een kat wil wegjagen. Het beestje trippelt elke keer terug. Tot een Schot met ‘groot geraas’ (ongetwijfeld een doedelzak) het arme dier laat doodschrikken. Maar ‘moe nie huil nie’: de geest van het beest blijft vrolijk rondspoken bij de boer. Het doet denken aan de lange geschiedenis die ons N-VA-voorstel van decreet tot wijziging van het decreet sociaal-culturele volwassenenwerk kent.

Toen het eind november 2019 ter stemming voorlag, bleek het zo’n aanval tegen de ideologische en levensbeschouwelijke diversiteit van ons land dat men een bestoft parlementair instrument uit de kast haalde. De linkse oppositie verenigde zich rond de ‘ideologische alarmbelprocedure’, daterend van vóór een federaal België. De kat keerde hen echter z’n staart: hun Franstalige broeder- en zusterpartijen in Kamer en Senaat verklaarden zich onbevoegd.

Het decreet ligt dus opnieuw voor, ditmaal getekend door de regering. Tot grote ergernis van verschillende actoren. Doorn in het oog? De expliciete opname van een verbod op gesubsidieerde segregatie. Ik herhaal: de opname van een verbod op segregatie. Of zoals het decreet letterlijk stelt: ‘Organisaties die segregerend werken door louter terug te plooien op etnisch-culturele afkomst komen niet in aanmerking voor subsidie’.

‘Structureel racisme!’

Je zou verwachten dat organisaties die strijden tegen uitsluiting zo’n expliciet verbod zouden toejuichen. Niet dus. Antiracisme-organisatie Hand in hand tegen racisme spreekt over ‘structureel racisme’. Stijn Oosterlynck betoogt dat dit decreet extra overheidsinmenging betekent. De Federatie spreekt over een ‘diep wantrouwen’ en weet zelfs al bij monde van co-directrice Hanne Geukens dat er organisaties ‘niet langer gesubsidieerd worden’. Straf: het decreet treedt in werking op 1 april 2024, de volgende subsidieronde is voer voor de volgende regering.

De tekst sorteert het effect als van een zwarte kat, vanuit het bijgeloof dat ‘als het van rechts komt, het niet kán deugen’. Over diep wantrouwen gesproken… De tegenstemmen vrezen dat het concept ‘etnisch-culturele afkomst’ te breed zal worden geïnterpreteerd. De cynici wijzen op het mogelijk schrappen van subsidies. Beide zitten er naast. Waar gaat het dan wel over?

Simpel: verschillende visies op integratie. We kunnen niet ontkennen dat integratie mank loopt in dit land. Zelfs de bijzonder salonfähige voorzitter van Vooruit voelt zich niet overal thuis. Sociaal-cultureel volwassenenwerk heeft dan ook een belangrijke rol te spelen: ze helpen individuen (daar heeft Bart Somers (Open Vld) een punt) en gemeenschappen (daar slaat Somers de bal mis) hun weg te vinden in onze maatschappij.

Emancipatiemachine

Kort gezegd: sociaal-cultureel volwassenenwerk is een emancipatiemachine. Die machine stokt echter wanneer niet langer de Vlaamse gemeenschap de horizon is, maar de eigen groep. De vraag stelt zich dan of de Vlaamse Gemeenschap die exclusieve focus op de eigen groep moet subsidiëren. Wij vinden van niet. Wij vinden dat Vlaanderen mensen wegwijs moet maken. Niet naar henzelf, maar naar ‘ons’, en dat verstaan we in brede zin.

Dit decreet spreekt geen wantrouwen uit, maar een diep geloof in de mogelijkheden van een inclusief Vlaanderen, gestoeld op normen en waarden die we allen delen. Het decreet gaat trouwens verder dan de meningenoorlog over segregatie en etnisch-culturele organisaties. Belangrijker wellicht zijn de planlastverlichting, het terugdringen van de financieringsgrendels die de ‘usual suspects’ bevoordeelden en het uitwerken van een decretaal kader dat meer politieke beleidsruimte toelaat.

Het is nu aan de parlementsleden om de keuze te maken. Ofwel stellen we voorwaarden aan het bestede belastinggeld en maken we de brug tussen de diverse groepen binnen onze Vlaamse gemeenschap. Ofwel spelen we in de kaart van de extremen van het politieke spectrum. Mijn keuze spiegelt zich aan die van de kat: die insluiting kom weer.

Onderwerpen