Vele duizenden Vlamingen krijgen jaarlijks een aanslag om een luttel bedrag - vaak niet meer dan een paar euro's - polderbelasting te betalen. Daar komt binnenkort een einde aan. In het Vlaamse regeerakkoord staat dat de belastingbevoegdheid van polders en wateringen wordt stopgezet. De regering vindt de archaïsche polderbelasting niet meer van deze tijd.

Vlaanderen telt 56 polders en wateringen, in oppervlakte variërend van 500 tot 30.000 hectare. Ze vormen een van de oudste bestuurslagen van Vlaanderen - de wortels ervan gaan terug tot de 14de eeuw. Wie in een polder woont, is verplicht belasting te betalen om het onderhoud van waterlopen te financieren en de kosten van de pompgemalen (installaties die water op een bepaald peil houden). Het tarief wordt per hectare berekend, met een minimumbedrag per woning dat varieert van 5 tot 12,50 euro.

De vraag is hoe de belasting dan wel geïnd zal worden, als de polders en wateringen dat niet meer zelf mogen doen. De polderbesturen beleggen volgende week dinsdag een vergadering om een standpunt te bepalen. Pieter-Jan Taillieu, de voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen (VVPW), ziet grosso modo twee mogelijkheden. Ofwel wordt de belasting voortaan geïnd door de Vlaamse belastingdienst, in de vorm van opcentiemen op de onroerende voorheffing. Ofwel krijgen de polders en wateringen voortaan een dotatie of subsidie uitgekeerd van de Vlaamse overheid of van de provincies.

Taillieu geeft de voorkeur aan het eerste systeem, waarbij de financiële onafhankelijkheid van de polders en wateringen intact blijft. 'Wij zijn vragende partij om het huidige systeem te hervormen. Het klopt dat het veel effi ciënter kan. De verzendkosten van de aanslagen lopen hoog op.'

Het kabinet van minister van Milieu Zuhal Demir (N-VA) wil nog niets kwijt over de plannen om de belasting te hervormen. 'Daar gaan we nog niet op vooruitlopen', zegt haar woordvoerder. Demirs partijgenoot Marius Meremans, die enkele jaren geleden al aandrong op een hervorming, vindt dat Vlaanderen de belasting gewoon zelf kan innen. 'Zoals het nu gebeurt, is het niet meer van deze tijd. Het moet veel eenvoudiger kunnen. Dat scheelt ook de polderbesturen veel werk.'

Maar de Vlaamse regering wil verder gaan dan alleen de hervorming van de polderbelasting. Ze wil ook een einde maken aan de versnippering van het opper vlaktewaterbeheer. De waterlopen zijn nu ingedeeld in vier categorieën, waarvoor telkens een ander bestuursniveau bevoegd is.

De gemeenten en provincies hebben het beheer waar mogelijk wel uitbesteed aan de polders en wateringen, maar die beslaan minder dan een kwart van het totale Vlaamse oppervlak. In het Vlaamse regeerakkoord staat dat gestreefd zal worden naar een beheer binnen 'hydrografisch logische gehelen', naar Nederlands voorbeeld. In Nederland zijn er 21 waterschappen, die niet alleen bevoegd zijn voor de afwatering en het beheer van de waterlopen, maar ook voor de zuivering van het afvalwater.

'Je kunt geen appels met peren vergelijken', vindt Katrien Coene, de directeur van de VVPW. 'Het klopt dat grotere entiteiten het mogelijk maken om efficiënter te werken. Maar ze moeten ook niet te groot worden, want we willen wel voeling houden met wat er leeft in de polders. De laagdrempeligheid is nu een grote troef.'

Het is niet de eerste keer dat er een poging wordt ondernomen om de polderbelasting te hervormen. Enkele decennia geleden werd ook al een plan ontwikkeld om de wetgeving te herzien en de belastinginning efficiënter te maken. Met enige moeite slaagden de polders erin de neuzen in dezelfde richting te krijgen, maar vervolgens raakten de politieke partijen het niet eens over de manier waarop de hervorming zou moeten worden uitgevoerd. 'Zodra het over belastingen gaat, wordt het heel gevoelig', weet Coene. 'Er was toen geen politiek draagvlak.' 

De Standaard 16/10/2019